Begroting 2020

Uitgangspunten begroting

Uitgangspunten begroting

Algemeen

In dit hoofdstuk beschrijven we de spelregels, uitgangspunten en grondslagen die we bij de opstelling van deze begroting hebben gehanteerd. Deze spelregels zijn hieronder verkort opgenomen.

Salarissen

Bij de raming van de kosten voor salarissen en de sociale lasten hanteren wij de volgende uitgangspunten:

  • een peildatum voor het personeelsbudget en personeelsformatie van 1 juni 2019;
  • de invoering van HR21;
  • de “normale” periodieke verhogingen en jubileumuitkeringen worden meegenomen in de salarisstaat;
  • de wijzigingen conform de CAO (peildatum 1 januari 2019);
  • voor vacatures gaan wij uit van het maximum van de functieschaal;
  • een verhoging van de salarissen met 5%.

Loon- en prijsontwikkeling m.b.t. diensten van derden

Met betrekking tot de loon- en prijsontwikkeling hanteren we voor de begroting 2020 een verhoging van 2%.

Goederen en diensten

Uitgangspunt is geen volume-uitbreiding. In geval dat toch sprake is van volume-uitbreiding dient dit gespecificeerd te worden toegelicht.

Huren en pachten

De ramingen voor huren en pachten worden aangepast conform overeenkomsten dan wel wettelijke verhogingen. De betrokkenen dienen hierover tijdig te worden geïnformeerd.

Gemeenschappelijke regelingen

Voor de gemeenschappelijke regelingen geldt, dat deze hun beleid presenteren op basis van ongewijzigd beleid. Nieuw beleid dient apart inzichtelijk te worden gemaakt en goedgekeurd door de deelnemende gemeenten. Door het rijk opgelegde efficiencykortingen voor gedecentraliseerde taken en andere algemeen geldende tegenvallers dienen zoveel mogelijk te worden vertaald richting de gemeenschappelijke regelingen.

Rente- en afschrijvingsbeleid

Afschrijvingen

De investeringen zullen globaal getoetst worden op resterende nuttigheidsduur, gerelateerd aan de restant afschrijvingstermijn. Bij investeringen waarvan de resterende nuttigheidsduur beduidend afwijkt van de restant afschrijvingstermijn, kan extra worden afgeschreven dan wel opgewaardeerd.

Rentebeleid

In het gewijzigde BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) vindt het toerekenen van rente aan de taakvelden plaats via het taakveld treasury. In feite fungeert het taakveld treasury als een kostenplaats. In de gemeente Someren vertoont de treasuryfunctie een voordelig saldo. De rente-inkomsten zijn immers hoger dan de rentekosten. We hebben geen enkele lening uitstaan. Om deze reden vindt er onder het nieuwe regime van het BBV geen toerekening van rente plaats aan de taakvelden.
Alhoewel in het BBV vooralsnog de mogelijkheid blijft bestaan om een rentevergoeding (of een vergoeding voor de inflatie) over het eigen vermogen te berekenen en deze door te belasten aan de taakvelden, adviseert de Commissie BBV deze systematiek niet (meer) toe te passen. Het volgen van dit advies houdt in dat we geen rente meer toevoegen aan reserves en voorzieningen. Wij volgen het advies van de Commissie BBV.

Activeren investeringen
Wijzigingen in de regelgeving maken het in principe niet meer mogelijk investeringen in een keer ten laste van reserves te brengen. Een uitzondering wordt hierbij gemaakt voor immateriële activa. Immateriële activa zijn vaste activa die niet tastbaar zijn. Immateriële activa kunnen alleen dan op de balans opgevoerd worden, wanneer zij een objectief bepaalbare waarde hebben.
Voor materiële activa bestaat er alleen de mogelijkheid om reserves kapitaallasten te vormen waaruit de jaarlijkse kapitaallasten kunnen worden onttrokken.

Belastingen en rechten

Onroerende-zaakbelasting

Ten aanzien van de tarieven OZB wordt conform bestaand beleid uitgegaan van een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld. Voor 2019 betekent dit een verhoging (op basis van het inflatiepercentage van 2017) met 1,3% volgens opgave van het CBS.

Rioolrechten

In het dekkingsplan riolering is het rioolrecht voor de komende jaren “vastgelegd”. De gevolgen hiervan zullen in de begroting worden verwerkt.

Afvalstoffenheffing

Bij de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht geldt als uitgangspunt dat de tarieven volledig kostendekkend zijn.

Niet-ingezetenenbelasting

Voor het tarief van de niet-ingezetenenbelasting wordt uitgegaan van een stijging met het inflatiepercentage van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de tarieven worden vastgesteld. Daarbij wordt opgemerkt dat het tarief eerst wordt aangepast, indien de gecumuleerde verhogingen afgerond 5 eurocent bedragen.

Overige heffingen

De overige heffingen (hondenbelasting, marktgelden en leges) dienen zoveel mogelijk kostendekkend te zijn.

Sociaal Domein

Lasten
De bijdrage aan Senzer is conform de ontwerp begroting van Senzer in de gemeentelijke (meerjaren)begroting 2020-2023 geraamd. O.b.v. ervaringscijfers en afgesloten contracten zijn er op het vlak van arbeidsre-integratie en aangepaste arbeid ook lasten geraamd inzake (o.a.) extra inzet participatiecoach, oude ID banen, vrijwilligersvergoedingen, extra inzet 0-30% arbeidspotentieel, basisvoorziening Asten-Someren, straatreiniging en plantsoenonderhoud. Daarnaast houdt onze gemeente rekening met mogelijke toekomstige tekorten bij Senzer die - als gevolg van het volledig inzetten van het weerstandsvermogen door Senzer (in haar begroting 2020) - op de deelnemende gemeenten kunnen worden verhaald.

Voor wat betreft de bijdrage aan Peelgemeenten is er een splitsing tussen uitvoeringskosten en zorgkosten. De uitvoeringskosten worden door het Algemeen bestuur van Peelgemeenten vastgesteld. Bij de zorgkosten vindt afrekening o.b.v. de werkelijke zorgkosten plaats.
De gemeentelijke ramingen van de jeugdzorgkosten zijn gebaseerd op de realisatiecijfers van 2015 tot en met 2018 en de bijbehorende afgesloten contracten. Hiervoor is gekozen, omdat in 2018 een aanzienlijk verplichting uit het jaar 2017 werd verantwoord. Daarnaast is rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen, voor zover die momenteel zijn te voorzien.
De gemeentelijke ramingen van de overige zorgkosten zijn gebaseerd op de ervaringscijfers aangevuld met de prognoses en ontwikkelingen over aantallen en zorgzwaarte (aangeleverd door Peelgemeenten) en informatie vanuit de rijksoverheid.

Expliciet dient gemeld te worden dat de ontwikkelingen in 2019 onzeker zijn en in het verlengde daarvan de financiële consequenties voor deze begroting. In deze begroting wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat alle ontwikkelingen binnen het budget van het Sociaal Domein zijn op te vangen.

Baten
Met ingang van het boekjaar 2019 zijn de Integratie-Uitkeringen Wmo (decentralisatie AWBZ) en Jeugd (met uitzondering van de Voogdij/18+ regeling) overgeheveld naar de maatstaven van de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Zij dienen voortaan als algemene dekking voor de gemeentelijke lasten. Hiermee is het moeilijker om sec de baten voor het sociaal domein af te leiden, hetgeen ook wordt afgeraden, omdat juist hiermee het sociaal domein een gelijke behandeling krijgt met alle overige domeinen.

ga terug