Treasury
In maart 2017 werd het treasurystatuut herzien en door de raad vastgesteld. Herziening was een gevolg van wijzigingen in de regelgeving op een aantal gebieden. Het betreft de volgende ontwikkelingen:
- Schatkistbankieren
De Wet Fido is gewijzigd, waarbij verplicht schatkistbankieren van kracht is geworden. De uitwerking is vastgelegd in de “Regeling schatkistbankieren decentrale overheden”. De wet verplicht alle decentrale overheden om hun (tijdelijk) overtollige liquide middelen (boven het drempelbedrag) aan te houden in de schatkist. Decentrale overheden kunnen ook hun overtollige middelen uitzetten bij medeoverheden. Voor dergelijke onderlinge kredietverlening geldt wel de voorwaarde dat er geen (verticale) toezichtrelatie mag bestaan tussen de betrokken decentrale overheden. Een decentrale overheid houdt uiteraard de mogelijkheid om leningen te verstrekken en uitzettingen te verrichten als dat gebeurt uit hoofde van de publieke taak. Het drempelbedrag voor 2020 is berekend op € 386.000,-.
- Beleidskader derivaten
A. De hierin opgenomen uitgangspunten zijn opgenomen in de “Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo)” en het “Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)”. In de aanpassingen worden de mogelijkheden van het gebruik van derivaten verkleind. Gemeenten mogen slechts derivaten afsluiten om opwaartse renterisico’s af te dekken. Derivaten dienen één op één aan te sluiten op de onderliggende lening; open posities zijn niet toegestaan.
B. Verder is de regelgeving met betrekking tot “European Market Infrastructure Regulation (EMIR)” van toepassing. EMIR is een Europese verordening, dat betekent dat zij een rechtstreekse werking heeft in de lidstaten van de EU. Als gevolg van deze wetgeving dient de gemeente informatie met betrekking tot lopende derivaten te rapporteren aan een erkend Europees transactieregister (Trade Repository). Via deze registers hebben de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en andere (financiële) toezichthouders in de EU toegang tot gedetailleerde informatie over de derivatenposities van de voor die toezichthouder relevante rapporterende partijen.
Financieringsoverzicht
In onderstaande tabel wordt het financieringssaldo weergegeven, dit saldo bestaat uit de investeringen, verminderd met de financieringsmiddelen.
Bedragen in duizenden euro's | |||
Omschrijving | Boekwaarde | Mutaties | Boekwaarde |
01-01-2020 | 2020 | 31-12-2020 | |
Investeringen: | |||
Materiële vaste activa (gewone dienst) | 40.690 | 1.276 | 41.966 |
Immateriële vaste activa | 0 | 0 | 0 |
Financiële vaste activa | 20.599 | 154 | 20.753 |
Grondexploitatie | 4.943 | -2.919 | 2.024 |
Totaal (a) | 66.232 | -1.489 | 64.743 |
Financieringsmiddelen: | |||
Reserves | 55.326 | -2.269 | 53.057 |
Voorzieningen | 2.880 | 294 | 3.174 |
Langlopende geldleningen | 0 | 0 | |
Totaal (b) | 58.206 | -1.975 | 56.231 |
Financieringsaldo (b-a) | -8.026 | -486 | -8.512 |
Er bestaat op dit moment geen specifieke financieringsbehoefte. Uit de opstelling blijkt dat in 2020 sprake is van een financieringstekort. In de loop van 2020 zal het tekort verder toenemen. Deze situatie is met name het gevolg van een toename van het investeringsvolume. In het overzicht is er rekening mee gehouden dat alle investeringen ook volledig zullen worden gerealiseerd in het jaar van planning. De praktijk wijst echter uit dat investeringen niet volledig worden gerealiseerd in het jaar van de planning. Indien nodig zal in het financieringstekort worden voorzien met het aantrekken van een externe lening.
Renteschema
In het Besluit Begroting en Verantwoording is opgenomen dat de paragraaf financiering van de begroting en jaarstukken naast de beleidsvoornemens en het gerealiseerde beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook inzicht moet geven in: de rentelasten uit externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Door onderstaand schema in de paragraaf financiering op te nemen wordt invulling gegeven aan dit inzicht.
Bedragen in duizenden euro's | |
Renteschema: | |
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 0 |
b. De externe rentebaten | 833 |
c. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | 0 |
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | 0 |
Saldo door te rekenen externe rente | 833 |
d1. Rente over eigen vermogen | 0 |
d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | 0 |
De aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente | 0 |
e. De werkelijk aan taakvelden (programma’s inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) | 0 |
f. Renteresultaat op het taakveld treasury | 833 |